Tijuana-kartel

Het Tijuana-kartel, ook bekend als de Arellano Félix-organisatie (AFO), was een van de machtigste en gewelddadigste drugskartels in Mexico, vooral tijdens de jaren 1980 en 1990. Het kartel werd opgericht door de gebroeders Arellano Félix en groeide uit tot een van de belangrijkste spelers in de Mexicaanse drugshandel. Gedurende zijn hoogtijdagen controleerde het Tijuana-kartel een groot deel van de smokkelroutes aan de Mexicaans-Amerikaanse grens, met name rond de stad Tijuana, wat directe toegang verschafte tot de lucratieve markten in Californië.

Oprichting en Leiderschap

Het Tijuana-kartel werd opgericht door de broers Benjamín Arellano Félix, Ramón, Francisco Javier, Eduardo, en Carlos Arellano Félix, die afkomstig waren uit de Mexicaanse deelstaat Sinaloa. Na de opsplitsing van het Guadalajara-kartel, een van de dominante kartels in de jaren 1980, zag de familie Arellano Félix hun kans om het gebied rond Tijuana te claimen. Na de arrestatie van Miguel Ángel Félix Gallardo, het hoofd van het Guadalajara-kartel, viel de controle over de belangrijkste smokkelroutes uiteen, en de gebroeders Arellano Félix grepen deze gelegenheid aan om het Tijuana-kartel op te richten.

Benjamín Arellano Félix werd de leider en het financiële brein achter het kartel, terwijl Ramón Arellano Félix verantwoordelijk was voor de bescherming van het territorium en de gewelddadige operaties. Samen bouwden ze het kartel uit tot een van de meest gevreesde organisaties in Mexico, mede door het strategisch gebruik van geweld om rivaliserende kartels uit te schakelen en hun smokkelroutes te beschermen.

Werkwijze en Activiteiten

Het Tijuana-kartel richtte zich voornamelijk op de smokkel van cocaïne en marihuana naar de Verenigde Staten, hoewel het later ook methamfetamine begon te produceren. Door sterke banden met Colombiaanse drugshandelaren was het kartel verantwoordelijk voor het vervoeren van duizenden tonnen drugs via hun smokkelroutes. Deze routes liepen via Tijuana en gaven directe toegang tot de Amerikaanse markten, met name in Californië.

De broers wisten niet alleen hun smokkeloperaties te perfectioneren, maar ook een goed gestructureerd netwerk op te bouwen dat verantwoordelijk was voor de productie, het transport, de distributie en het witwassen van de gigantische winsten. Het kartel onderhield ook een uitgebreide corruptie-infrastructuur, waarmee het Mexicaanse functionarissen op alle niveaus omkocht om hun operaties soepel te laten verlopen.

Gewelddadige Tactieken en Rivaal Kartels

De Arellano Félix-broers stonden bekend om hun meedogenloze gebruik van geweld om hun macht te behouden. Ze gebruikten intimidatie, marteling, ontvoeringen en moorden om hun rivalen te onderdrukken en hun territorium veilig te stellen. Hun voornaamste rivalen waren het Sinaloa-kartel, onder leiding van Joaquín “El Chapo” Guzmán, wat leidde tot hevige confrontaties tussen de twee organisaties. De strijd tussen het Tijuana-kartel en het Sinaloa-kartel veroorzaakte een golf van geweld, die Mexico in de jaren 1990 in zijn greep hield.

Een van de meest beruchte incidenten die het Tijuana-kartel in de schijnwerpers plaatste, was de moord op kardinaal Juan Jesús Posadas Ocampo in 1993 op het vliegveld van Guadalajara. Hoewel de moord gericht zou zijn geweest op El Chapo Guzmán, veroorzaakte de dood van een hooggeplaatste geestelijke een enorme publieke verontwaardiging en leidde dit tot een verhoogde aandacht van de Mexicaanse overheid voor de activiteiten van het kartel.

Neergang en Arrestaties

De neergang van het Tijuana-kartel begon in de vroege jaren 2000, toen zowel interne conflicten als de toenemende druk van de Mexicaanse en Amerikaanse autoriteiten hun tol begonnen te eisen. In 2002 werd Ramón Arellano Félix door de politie gedood tijdens een vuurgevecht in Mazatlán, wat een zware klap was voor het kartel. Kort daarna werd Benjamín Arellano Félix gearresteerd door het Mexicaanse leger in Puebla. Deze gebeurtenissen leidden tot een machtsvacuüm binnen de organisatie en maakten het kartel kwetsbaar voor aanvallen van rivaliserende groepen, vooral het Sinaloa-kartel.

In 2006 werd ook Francisco Javier Arellano Félix gearresteerd door de Amerikaanse kustwacht terwijl hij aan het vissen was voor de kust van Baja California. Zijn arrestatie, samen met de opsluiting van andere leiders, markeerde het begin van het einde voor het eens zo machtige Tijuana-kartel.

Fragmentatie en Nalatenschap

Na de arrestatie van de belangrijkste leiders begon het Tijuana-kartel te fragmenteren. Verschillende facties gingen zelfstandig verder of werden geabsorbeerd door rivaliserende kartels. Hoewel sommige groepen probeerden het kartel nieuw leven in te blazen, bleef hun macht en invloed ver onder het niveau van hun hoogtijdagen.

Ondanks deze neergang heeft het Tijuana-kartel een blijvende invloed gehad op de Mexicaanse drugshandel. De gewelddadige tactieken van het kartel, gecombineerd met hun controle over cruciale smokkelroutes, hebben de toon gezet voor het geweld dat de drugsoorlogen in Mexico jarenlang zou blijven domineren. Hoewel Tijuana nog steeds een belangrijk knooppunt is voor de drugshandel, is het kartel dat ooit de stad controleerde, grotendeels ineengestort.

De erfenis van de Arellano Félix-broers blijft echter voortleven. Hun verhaal is een van de meest emblematische in de geschiedenis van de Mexicaanse georganiseerde misdaad en dient als een herinnering aan de gruwelijke tol van de drugshandel voor Mexico en de Verenigde Staten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *